DOE-HET-ZELF
Vaklieden, zo’n lekker ouderwets woord. Mensen met een écht vak. Vaklieden oefenen op mij een grote aantrekkingskracht uit. De bijna-erotiek van de man in ketelpak die aan een half woord genoeg heeft. Die met één dichtgeknepen oog de situatie overziet en voor de vorm met een stompje potlood nog wat aantekeningen op een leeg frietzakje krabbelt. Zo’n man die zijn 8 bruine boterhammen tot specie vermaalt met sloten koffie en daarna vraagt of ie effe gebruik mag maken van het toilet. Natuurlijk mag dat! Voor vaklieden ben ik een en al welwillendheid. Dat heeft alles te maken met mijn bewondering voor mannen die een schroef in één soepele beweging de muur in weten te draaien. Of even onder de motorkap met een zwarte smeervinger voelen aan de injectiepomp en het dan wéten. Wat zo iemand daar voelt? Geen idee maar de trefzekerheid van die handeling doet me van bewondering naar adem happen.
Op de handigheidsladder bevind ik me helaas op een van de onderste sporten. Een door mij geschilderd kozijn bladdert – ondanks vele lage dure verf - gegarandeerd binnen het jaar en de eenmalige poging om een fietsband te plakken kostte me ooit zowel een nieuwe binnen- als buitenband. Van gas en elektra blijf ik verre, kwestie van risicomanagement.
Deze week ben ik tegen wil en dank toch weer zelf aan het klussen geslagen. Wat zo onschuldig begon met het verwijderen van wat bladafval is nu uitgegroeid tot een project dat me bijna doet overwegen om te verhuizen. Vanuit mijn ooghoek ontdekte ik een schattig mini-boompje. Die had voor haar groeiambitie echter geen plantenbak uitgekozen maar het houten hekwerk van ons terras. Na wat gepeuter met zwaarder materiaal bleek dat geniepige organisme zich comfortabel te hebben genesteld in een vruchtbare compostlaag binnen in het hout. Natuur is prachtig maar het moet zich natuurlijk wél aan de regels houden.
Ik ben nu een week verder en de railing van het terras ziet eruit als een zwaar getroffen wijk in Aleppo. Kraters, grote scheuren en spijlen die tevergeefs houvast zoeken. Ik heb wat geboetseerd met spul dat vooral aan mijn handen blijft plakken maar vertikt om dat aan hout te doen. Ieder uur dat ik aan dit verrotte hek doorploeter verlang ik meer naar een vakman. Iemand die niet in de paniek schiet en rustig en vastberaden doet wat ie moet doen. Voor hem zal ik met liefde de hele dag boterhammen smeren en sloten koffie zetten.